Van der Mark zet weer een Scania op de weg
3 AUGUSTUS 2021
Breda – Paardenmesthandelaar Patrick van der Mark uit Beuningen zette onlangs een nieuwe Scania R500 CR20N bakwagen als 6x2*4 met een gestuurde naloopas op de weg. Bijzonder is dat Van der Mark de kippende aluminium bak in eigen huis vervaardigt en plaatst. Ook de afzetbare kraaninstallatie is door zijn monteurs zelf op het voertuig gezet.
“Waarom ik weer voor Scania kies? “Wij hebben 12 trucks verdeeld over vier merken,” legt Patrick uit. “En daarvan is Scania het meest vertegenwoordigd. Dat komt ook omdat het contact met de dealer in Nijmegen heel goed is. Dat is belangrijk. Ik heb voor deze nieuwe zelfs een onderhoudscontract afgesloten. Dat doen wij normaal gesproken nooit.”
Wat bij Patrick ook meetelt, is de duurzaamheid van een Scania. “Wij rijden er zeven tot acht jaar mee en doen een ton per jaar. En daarnaast natuurlijk heel veel PTO-uren. Dan zie je dat Scania weinig problemen geeft. En ook als wij een kraan opbouwen, doen we dat graag op een Scania. Scania heeft af fabriek zowel een laag als een heel sterk en stijf chassis. En bij ons staat de kraan altijd achterop: daar telt dat extra.”
Van der Mark is natuurlijk al jaren een markante verschijning in de paardenmesthandel. “Mijn vader begon daar al mee, dus ik weet eigenlijk niet beter. En waar er in de drijfmest de komende tijd toch wat wolken boven de horizon verschijnen, is de handel in paardenmest redelijke stabiel. Er zijn 1,2 miljoen paardenliefhebbers in Nederland die samen op 450.000 paarden rijden. De mest van die dieren gaat nagenoeg helemaal naar de compostfabrieken die er teelgrond producten van maken ten behoeve dan de paddenstoelen- en champignonkwekerijen. Wij ontzorgen zo een belangrijk deel van Nederland. Tegelijkertijd staan wij met onze Van der Mark Shitgroup helemaal aan het begin van die mooie witte champignon naast je biefstukje.”
Van der Mark heeft de naam dat het bedrijf heel veel liefde, energie en tijd in het verfraaien van zijn trucks steekt. “Jaja, en dat samen met dikke V8 motoren”, weet Patrick. “Onze kleuren doen we nog steeds. Dat is al sinds 1979 ons handelsmerk. En nog steeds kiezen we voor een rijke uitrusting. Maar dat zit toch meer in comfort als luchtvering, standkoeling, retarder, goed geluid en uiteraard leren bekleding. Dat laatste doen we overigens vooral omdat je leer over de jaren heen beter schoonhoudt. Je kunt nog zo voorzichtig en netjes zijn: het gebeurt natuurlijk toch een keer dat er iets mee naar binnenkomt. Maar vroeger verbouwden wij de cabine helemaal om er bijvoorbeeld mee naar festivals te gaan. Dat wordt toch minder want ook hier wordt het wel steeds rationeler. Het gaat bij ons ook steeds meer om het laadvermogen.”
Dat is bij de nieuwe Scania terug te vinden in de keuze voor een zescilinder met 500 pk en de R-cabine met een normale dakhoogte. Dat weegt minder dan een V8 onder een S-cabine. “Extra laadvermogen is ook de reden dat wij de kraan kunnen afzetten. Als wij bij een klant een grote lading hebben die we in meerdere keren moeten rijden, laden we de truck en de aanhanger helemaal vol en zetten vervolgens de kraan op zijn eigen pootjes. Die blijft dan even op die manege staan tot wij weer leeg terugkomen voor de rest. Zo heb je op die rit zomaar 3,5 ton extra laadvermogen. Dat kunnen we goed monitoren over de standaard gewichtsindicatie per as op het dashboard. Samen met de lichtgewicht aluminium kipperbakken die wij in eigen huis helemaal zelf maken, hebben wij op een complete vracht toch een 32 ton in de truck en de aanhanger liggen. Dat is efficiënt.”
Dat de monteurs van Van der Mark zelf aluminium bakken maken en de kraan monteren is vrij bijzonder. “Wij doen dat omdat we dan alles precies zo krijgen als wij het willen hebben. En dat gaat ons goed af: we maken zelfs zo nu en dan bakken voor derden.”
Dat Van der Mark voor slaapcabines kiest, komt omdat hij chauffeurs heeft die de hele week van huis zijn. “Er zijn er ook die elke nacht thuis slapen maar ik wil die trucks zoveel mogelijk universeel hebben: dan hoeven we niet te gaan puzzelen wie waar heen kan.”