Superwendbare Scania R500 10x4 voor Rademaker
11 DECEMBER 2020
Breda - Rademaker Transport uit Koudekerk aan den Rijn rijdt sinds kort met een zeer bijzondere Scania R500 10x4 met een zes keer gestempelde 165 ton/m Palfinger cabinekraan. Rademaker maakte de truck superwendbaar door het chassis met 30 centimeter in te korten met behoud van de 45 ton GVW.
“Met deze truck stapelen we primeur op primeur”, vertelt directeur en mede-eigenaar Eldert Rademaker enthousiast over de nieuwste aanwinst van zijn bedrijf. “Het is onze eerste Scania van de nieuwste generatie, onze eerste vijfasser én onze eerste 165 ton/m kraan. Ik rijd er nu een kleine maand mee en hij doet écht alles precies zo als we ons dat voorgesteld hadden.”
Dat is best knap want niet alleen wilde Rademaker een zwaardere kraan, het voertuig moest ook héél kort kunnen manoeuvreren. “We weten precies wat wij met onze Scania vierasser kunnen”, geeft Eldert uitleg. “Wat wij met deze auto wilden, is én het grotere hijsvermogen én de grotere reikwijdte én dezelfde manoeuvreerbaarheid.”
Dat laatste is met vijf ten opzichte van vier assen niet vanzelfsprekend. “En dat is één van de redenen waarom ik graag Scania rijd,” meent Eldert heel zeker. “Als bedrijf hebben wij de mentaliteit van ‘gaat niet bestaat niet’. Dan is het heel fijn dat niet alleen je Scaniadealer er net zo over denkt, maar ook de fabriek daarachter een enorm grote flexibiliteit kent en ongelooflijk veel configuratiemogelijkheden heeft. We hebben de hele verbouwing standaard af fabriek kunnen realiseren. Dat ging vrij simpel door de achterste drie assen los te schroeven en die op bestaande boutgaten in het chassis 30 centimeter meer naar voren weer vast te zetten. Er hoefde niets geboord of gelast te worden. Zo hielden wij aan de achterzijde twee stukjes kale chassisbalk over die we gewoon konden afzagen. Het enige dat er veranderde, was een iets kortere aandrijfas en we moesten wat leidingen inkorten.”
“Bij andere merken moet je hiervoor van de fabriek naar een opbouwspecialist”, vergelijkt Eldert. “Dat kan, maar wij doen heel lang met een voertuig. Dus willen we heel lang verzekerd zijn van onderdelen en service. Dat doet Scania geweldig goed.”
Rademaker koos verder voor Scania omdat die zowel het laagste als meest stijve chassis in de markt heeft met af fabriek een innerliner over de hele lengte. “Natuurlijk heb je bij een 165 ton/m kraan nog een hulpchassis nodig. Maar de twee 8 tons stempelpoten voorop zitten gewoon aan het frame. Door die poten hebben wij een reikwijdte van 38 meter 360ᵒ rondom de auto. De kraan zelf is de zwaarste Palfinger die nog kan vouwen en wordt aangedreven door twee PTO’s. Hij heeft een 24 ton/m jib en een 3,5 tons lier, dus we kunnen ook over de cabine hijsen.”
Het voertuig weegt leeg 32,2 ton en heeft een GVW van 45 ton. “Maar omdat wij een permanente ontheffing hebben tot 78 ton hebben we hier mee een optimaal inzetbaar en multifunctioneel voertuig”, is Eldert zijn overtuiging. “We kunnen er zowel een losse laadbak opzetten, er een semi-dieplader aan koppelen of dankzij de vangmuilkoppeling ook een aanhangwagen mee trekken. Zo kun je niet alleen ergens gaan hijsen, maar in veel gevallen ook bijvoorbeeld meteen de te plaatsen machine meenemen. En omdat werkelijk alles wat we nodig hebben, aan boord is, hoeft er geen aparte materiaalwagen mee en kun je de meeste klussen in je eentje af.” Daartoe heeft Eldert op werkelijk elke vrije positie een kastje laten maken voor al het losse materieel. “In totaal zijn het er 17”, vertelt hij.
De truck is rondom luchtgeveerd en staat op twee negen tons voorassen. “Dat is genoeg. Omdat de kraanopbouw mede dankzij de verlengde R-dagcabine ver naar voren staat, gebruik je die reserve ook. Op de vraag waarom er nu gekozen is voor een zescilinder raken we een gevoelige snaar. “De vorige was een V8. Dat is natuurlijk helemaal geweldig. Mijn hart gaat nog steeds sneller tikken elke keer als ik die auto start. Gelukkig gaat die auto niet weg. Maar een zescilinder heeft drie grote voordelen: het koppel is net zo goed en wordt over een breder inzetgebied afgegeven, het verbruik is beter en, het belangrijkste’, De SCR-unit van de 500 is de helft kleiner dan van een V8 580 en die ruimte hadden we nodig omdat er ook nog een bescheiden kraantje op moest passen.”
Natuurlijk was ook het uiterlijk belangrijk voor Eldert. “Ik moet er tenslotte heel wat jaren tegenaan kijken. Binnen is het nog redelijk standaard, dat komt nog een keer. Voor het exterieur kozen we voor een mooie mix tussen retro met losse vérstralers op het dak, een old skool lichtbak en hypermoderne zaken als LED koplampen. Het meest in het oog springend vind ik de staande uitlaten die allebei zijn aangesloten. Het échte ouderwetse V8-geluid krijg je er niet mee terug. Maar het geluid uit deze pijpen geeft ook goed aan dat je met iets bijzonders rijdt.”