Nederland

MELKTRANS ZET SCANIA G410 OP LNG IN ALS RMO

23 JULI 2020

Breda – Melktrans, met een vestiging in Zeeland en een standplaats in Sint-Hubert en Zeeland, rijdt sinds kort met een Scania G410 4x2 trekker op LNG in de rijdende melkontvangst (RMO). De truck wordt in twee shifts 24/7 ingezet. Het bedrijf stapte over op de milieuvriendelijke brandstof na een uitgebreide analyse van de businesscase.

“Het is voor het eerst dat wij een Scania kopen,” vertelt directeur en mede-eigenaar van Melktrans Remco Huibers. “Wat bij de aanschaf meespeelde, is dat we niet de eerste zijn die met een LNG Scania in de RMO zitten. Een paar collega’s rijden er al mee en zijn daar positief over. Verder speelde mee dat één merk afviel op actieradius en de cabinemogelijkheden en het andere merk eigenlijk niet in beeld was. De Scania paste goed in ons plaatje omdat de actieradius ruim voldoet binnen ons schema én de G cabine in slaapuitvoering met een normale dakhoogte enerzijds licht en compact genoeg is en toch genoeg ruimte biedt aan de chauffeurs.

 

De reden dat Melktrans de overstap naar LNG maakte, is verder deels ingegeven door de vraag van hun opdrachtgever Friesland Campina om eens naar die mogelijkheid te kijken. “Wij zijn altijd in om te vergroenen en zagen hierin een mooie businesskans. Om met LNG een goede businesscase te maken, moet je op dit moment de subsidieregelingen en de onzekerheid omtrent de restwaarde meenemen”, legt Remco uit. “Wij zijn in onze berekeningen uitgegaan van de oorspronkelijke 175.000 kilometer die wij jaarlijks draaiden. Daaruit bleek dat wij zonder subsidieregelingen maar net in de zwarte cijfers konden blijven. Zolang de subsidieregeling van kracht is, is dat een extra meevaller. Uit gesprekken met collega’s bleek namelijk dat bij hen de absolute ondergrens zelfs rond de 160.000 ligt.”

Maar de regeling houdt eind 2021 op. “Of we bij een volgend voertuig onder dezelfde voorwaarden een LNG auto kunnen aanschaffen is afhankelijk van onder meer de subsidies. Er is nu namelijk niet bekend wat die na december 2021 gaan doen.

 

We zijn nu meer gaan rijden. Dat komt omdat Friesland Campina steeds meer soorten melk heeft die maar in één fabriek verwerkt wordt, zoals de Planet Proof melk. Die wordt maar door 600 boeren in Nederland geleverd en op één plaats verwerkt. Met die extra 25 tot 35 duizend kilometer snijdt het mes scherper naar twee kanten. De geringere CO2-uitstoot van onze LNG truck helpt enerzijds om de doelstelling van de fabriek te versterken. En omdat wij meer kunnen rijden heeft onze exploitatie er ook baat bij.

Over een paar jaar wordt onze andere truck vervangen. Dan zullen we een nieuwe businesscase moeten maken waarin we rekening moeten houden met de dan geldende subsidieregelingen en actuele prijzen rondom aanschaf, onderhoud en restwaarde. Dan kan de techniek voor LNG zover gegroeid zijn, dat het wellicht bij minder kilometers ook al loont.”

 

“Het werk is intensief en je staat lang stil bij elke boer. Ook ligt de transportsnelheid relatief laag omdat je het grootste deel van de tijd op smalle wegen rijdt. Op die wegen echt zuinig rijden, is ook een uitdaging. Toch denk ik dat je daar juist met een LNG truck beter af bent omdat die langer en makkelijker doorrolt. Je kunt dus eerder van het gas af, maar dat vergt wel een ijzeren discipline van je chauffeurs. Wat dat betreft hebben wij overigens niet te mopperen.”

Niettemin wordt de motor van de G410 ook bij 200.000 km eigenlijk nooit koud. “We rijden in twee shifts van elk 12 uur. Daarvoor hebben we vier chauffeurs per truck. Drie fulltimers rijden elk twee dagen en drie nachten en zijn daarna vier dagen vrij. En de andere chauffeur werkt parttime en rijdt 1 dagdienst in de drie dagen en kan daarbij invallen bij ziektes en vakanties. Dat geldt niet voor de auto: die gaat altijd door want dat doen de koeien ook.

 

Het volcontinurooster trekt ook een behoorlijke wissel op de service van de Scania-dealer in Heijen (Nijmegen). “Op de dag van service moeten we de auto uitplannen en vervangend vervoer regelen. Dit kunnen wij bij onze opdrachtgever regelen. Tevens moeten we bij Scania erop kunnen rekenen dat de auto ’s avonds weer klaar is en weer ingezet kan worden. Onze trekker is weliswaar standaard, maar heeft toch één extra draad naar de trailer nodig die de tachopuls doorgeeft. Je kunt dus niet even snel een truck huren. De dealer speelt daar goed op in en eigenlijk zouden we alleen een probleem hebben, als de auto onderweg zou stilvallen. Dat moet dus maar niet gebeuren.”

 

De 36 kuubs RMO-trailer heeft twee sturende assen. “Eigenlijk is dat een machine op zich. We hebben zelfs geen hydrauliek op de trekker meer nodig want de pomp op de RMO werkt elektrisch. Wat we wel hebben, is een doorkoppeling voor de camera achterop en uiteraard hebben trekker en trailer voldoende extra licht aan de zijkant. Want wij rijden net zoveel ’s nachts als overdag. Verder hebben we ACC op de trekker gekocht en een zogenaamde P40 bumper. Die steekt 40mm meer naar voren dan de standaardversie en biedt zo bij eventuele kleine aanrijdingen net meer bescherming aan de radiator en de intercooler. Wij zien dat als voorzorgsmaatregel want op die boerenerven is een ongelukje zo gebeurd.”